Beenlengteverschil

Oorzaken

Bij een beenlengteverschil (BLV) is het ene been langer dan het andere been, er ontstaat hierdoor een bekkenscheefstand.
Veel mensen hebben een beenlengteverschil zonder dat ze het zich beseffen, omdat ze geen klachten hebben.

Mogelijk heeft u al jaren een beenlengte verschil, maar er nooit last van gehad. Door een zwangerschap/ bekkeninstabiliteit, trauma merkt u dat de klachten niet minderen omdat door het beenlengteverschil de klachten in stand wordt gehouden.
Na een operatie waarbij bot of bindweefsel vervangen wordt, zoals een nieuwe heup of vervanging van de meniscusschijf kan ook een beenlengteverschil optreden. Dit levert veelal in een relatief korte tijd pijnklachten op, omdat van de ene dag op de andere het been langer is.
Daarnaast wordt een beenlengteverschil regelmatig bij kinderen gezien, omdat benen niet tegelijkertijd groeien. Wanneer er geen klachten zijn in de voeten, knieën, heupen of rug is een behandeling niet altijd noodzakelijk.

Symptomen

Door een beenlengteverschil kunnen er klachten ontstaan in het bewegingsapparaat, hierbij kunt u denken aan voeten, knieën, heupen en (onder)rug. Dit hoeft echter niet!

Wat kan een podotherapeut doen?

Bij een relatief klein beenlengteverschil zal het lichaam zich hierop aanpassen. Afhankelijk van de grootte van het verschil tussen de benen en of iemand klachten heeft kan er gedacht worden aan een hakverhoging en/of een podotherapeutische zool.
Een podotherapeut zal u niet altijd adviseren om een hakverhoging/ podotherapeutische zool in de schoen te doen. Dit is afhankelijk van de benodigde hoogte. Tot maximaal 1-1,5 cm kan in een schoen geplaatst worden. Wanneer de compensatie van uw benen groter dan dit is, kan een schoenmaker onder de schoen een hakverhoging maken. Uw podotherapeut zal uw adviseren over de hoogte van de compensatie die een schoenmaker onder de schoen kan maken.

Het komt vaak voor dat er sprake is van een relatief beenlengte verschil. Dit betekent dat het lijkt alsof het ene been langer is dan het andere, echter is dit in werkelijkheid niet zo. De podotherapeut zal tijdens het onderzoek letten of bijv. het bekken wel goed beweegt en er niet 1 voet meer naar binnen zakt dan de andere. Wanneer dit het geval zou zijn moet dit probleem worden aangepakt en is een hakverhoging in veel gevallen niet nodig.

Bron: Rondom Podotherapeuten

Terug naar overzicht